NEDERLAND - Het aantal meldingen van kinderporno is in 2021 met 90 procent gedaald, stelt het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM). Bij de politie nemen die meldingen juist toe. Legt Ben van Mierlo uit. Hij is bij de politie landelijk coördinator Zeden, Kinderporno en Kindersekstoerisme.


Het Meldpunt Kinderporno (onderdeel van het EOKM) kreeg in het eerste halfjaar van 2022 circa 8100 meldingen. In dezelfde periode in 2021 kreeg het meldpunt van burgers ruim 129.000 meldingen over online kinderpornografisch materiaal of afbeeldingen die erop leken. Buitenlandse meldpunten zagen ook een stevige daling bij meldingen over kinderporno die op Nederlandse servers staan (van ruim 126.000 naar 29.000).
De politie krijgt daarentegen meer meldingen over online kinderpornografie. Over heel 2021 ging het om 36.000 meldingen in Nederland. Van Mierlo denkt dat het aantal dit jaar uitkomt op zo’n 50.000. ‘Voor de komende jaren verwacht ik dat het voor ons land zelfs stijgt tot boven de 100.000 meldingen.’

Hosting

Dat de aantallen meldingen bij het EOKM en de politie verschillen, komt volgens Van Mierlo doordat die bij het EOKM voornamelijk van burgers komen. ‘Het gaat in feite om hosting. Het gaat om foto’s en filmpjes die op servers zijn geplaatst die in Nederland staan. Het betekent niet automatisch dat het beeldmateriaal van Nederlanders is, hier gemaakt. Maar het is wel zo dat veel van die servers in ons land staan. Voormalig justitieminister Grapperhaus wilde hier al aan een einde maken. Er is een bestuurlijke aanpak opgezet en een van de partners daarbij is het EOKM.’

Afschrikkende werking

Het EOKM krijgt meldingen van burgers en van buitenlandse meldpunten. Vervolgens zet het expertisebureau hostingbedrijven (die de betrokken servers beheren) onder druk. Doen bedrijven te weinig om het materiaal van de servers te halen of ze doen er te lang over, dan worden de bedrijfsnamen openbaar gemaakt. Deze methode werkt, getuige de daling van 90 procent, bevestigt Van Mierlo. Bedrijven worden alerter; velen weren actiever klanten die dit soort materiaal bij hen te stallen. Het schrikt klanten af. ‘Wat je ook ziet, is het waterbedeffect van internet. Een aantal bedrijven dat beeldmateriaal online zet, vertrok naar het buitenland. Helaas kun je het delen van online kinderporno nooit onmogelijk maken, maar moeilijker maken kan wel. Er zijn altijd mensen die door deze barricades stoppen met verspreiden.’

Verplicht melden door bedrijven

Waar het bij het EOKM draait om meldingen door burgers en om hosting, gaat het bij de tweede stroming om berichten van internetbedrijven. In Amerika zijn ondernemingen, zoals Meta (moederbedrijf van Facebook en WhatsApp), verplicht kinderporno te detecteren en te melden. Van Mierlo: ‘Facebook speurt bijvoorbeeld zijn pagina’s af op kinderpornografisch beeldmateriaal en zet die door naar het National Center for Missing & Exploited Children. Dat centrum geeft de melding weer door aan het land waar volgens het IP-adres de betrokken computer staat die de afbeeldingen heeft gepubliceerd. En zo komt het bij de politie.’

Kinderpornografisch materiaal dat online gaat wordt door betrokken instanties steeds meer en beter onderzocht. Statisch gezien worden hierdoor steeds meer beelden bekend. Van Mierlo: ‘Zo komt dus meer boven water. Daardoor stijgen de meldingen bij de politie. Die toename zal nog wel even aanhouden. Naarmate de opsporingstechniek verbetert, zien we over enkele jaren een kentering is de verwachting. We zullen dan minder aantreffen, omdat het verspreiden van dergelijk materiaal steeds meer te voorkomen is’, besluit de landelijk coördinator.